ARTIKEL hART #89: 'Over Alles en Niets tegelijkertijd'


Lisa Jeannin en Rolf Schuurmans in Base-Alpha Antwerpen

Over Niets en Alles tegelijk

Het kunstenaarsduo Lisa Jeannin en Rolf Schuurmans maakt werk dat niet zo maar meteen te duiden is, maar wel fascineert. Wat uitleg is dus aangewezen, zeker nu ze exposeren in de Antwerpse Base-Alpha Gallery.

Alexandra CROUWERS

Ergens diep in het Zweedse binnenland werkt het Zweeds/Nederlandse kunstenaarskoppel Lisa Jeannin en Rolf Schuurmans aan de constructie van een parallel  universum met daarin haar eigen bewoners, landschappen en ruimtes en bovenal haar eigen logica. Hun atelier eindigt niet bij de houten wanden van hun uitvalsbasis - een voormalige kerkgebouwtje - maar strekt zich uit tot de omringende naaldbossen, kraakheldere meren, met mos overgroeide rotsen en vreemde lokale bouwwerken. Ook beperken zij zich niet tot één dominant medium, maar gebruiken zij stop-motion animaties, sculpturen, video, 8mm film, muziek, geluid, tekeningen, muurschilderingen, neonlampen en met de hand ingekleurde prints van filmstills. Dit arsenaal aan media wordt bij elkaar gebracht in danig bevreemdende installaties.

Affect
Ondanks dat de twee kunstenaars vooral herkenbare, figuratieve elementen gebruiken zijn de werken binnen rationele wetten welhaast onbegrijpelijk. Ze spelen in op ‘affect’; een term, oorspronkelijk uit de psychologie, die omschreven kan worden als een ‘primaire, lichamelijke reactie die voor het bewustzijn uitgaat’ en niet in taal kan worden omvat (*). Jeannin en Schuurmans geven ons in ieder werk een enorme hoeveelheid informatie in de vorm van beeld en geluid en vertrouwen erop dat uw onderbewuste dit met elkaar verbindt.

Dit affect werkt door de vele verwijzingen naar universele verbeeldingen van mythes en legendes, uit tijden dat volkeren van over deze hele planeet een noodzaak hadden om via beelden, geluiden, rituelen en verhalen hun denkwereld over te brengen. Jeannin en Schuurmans gebruiken de in ons menselijk brein verankerde neiging betekenis te willen geven aan datgene wat wij zien. Wanneer een beeld niet verklaard kan worden binnen rationele logica, vallen we terug op een intuïtieve, symbolische interpretatie. Dat is zowel de basis voor religieuze geloofssystemen als voor het kijken naar kunst. Dat is te merken aan het illusionisme en animisme, dat door hun werken sijpelt, naast noties van sjamanistische verhalenvertellers of magische makers. Toch hoeft u uzelf geen spirituele sjamaan te voelen om het werk te kunnen waarderen. Integendeel, u mag best een nihilistische atheïst zijn, zoals schrijver dezes.

De kern van de installaties bestaat vaak uit meerdere, aan elkaar gerelateerde en op elkaar reagerende projecties. Door de overtuigende hoeveelheid details in de vaak ruimte-vullende installaties krijgt de toeschouwer gemakkelijk toegang tot hun wereld en maakt soms zèlf fysiek onderdeel uit van het werk. In het werk ‘Enter the Wild’ (2009) moet de bezoeker door een in de ruimte opgestelde deur die tegelijkertijd deel uitmaakt van een projectiescherm waarop een gefilmde deur open gaat. Hun nieuwste installatie, ‘Hokus Pokus’ in de Base-Alpha gallery in Antwerpen, is pas te zien nadat de kijker zich door een bliksemschicht-achtige scheur in een muur heeft begeven. De ruimte daarachter is alleen verlicht door blacklight-lampen, waardoor een omringende muurschildering van een berkenbos oplicht. De animatie in de laatste ruimte verbindt een geanimeerd skelet dat door opbloeiende bloemen wandelt met onder meer een hybride tussen een boom en een mens, een fluoriserend driedimensionaal pentagram en een coole goochelaar, die een verpakte Zweedse kaas omtovert van handzame proporties naar een gigantisch bouwwerk. Het pentagram - in de animatie een schaalmodel - staat levensgroot als sculptuur in deze ruimte.

De stop-motion animaties, in sommige opzichten verwant aan de werken van een andere Zweedse kunstenaar, Nathalie Djurberg, en het nostalgisch gebruik van 8mm film maken in eerste instantie een aandoenlijke indruk: in het werk ‘Crossing’ uit 2006 vertoont een kettingrokende, drummende spin een film aan een aantal andere karakters in de setting van een bos. Deze 8mm film toont op haar beurt een groep zombies – gespeeld door vrienden en kennissen -, die door drie Oosterse vechtsporters wordt getemd. In ‘GGG&G’ (2007) worden, naast een soort cultus van trolletjes en een gorilla met een camera in zijn oog, groengeschilderde kinderen opgevoerd, die samen een vrolijke interpretatie van de Hindoestaanse godin Shiva vormen. Dit karakter draagt een ketting van zingende schedeltjes.

Grenzenloos
De beschrijving van deze reeks gebeurtenissen doet lichtvoetig aan, maar er worden binnen de werken van het kunstenaarsduo thema’s aangesneden die groter zijn dan de kortstondige tendensen waar het hedendaagse kunstendiscours zich vaak zo graag mee bezig houdt. Jeannin en Schuurmans willen de grenzen van tijd en ruimte, van schaal en van het denken, van het verbeelden zelf overschrijden.

Het is zinloos te willen uitleggen waar de zelf-geconstrueerde mythes van Schuurmans en Jeannin over gaan. Het volstaat om te melden dat het over Niets en Alles tegelijk gaat. Dat mag vrijblijvend klinken, maar het koppel heeft de luxe niet om vrijblijvend werk te maken wanneer de productie van een animatie gepaard gaat met het bouwen van soms metersgrote schaalmodellen van landschappen en interieurscènes of het drie weken lang beeld voor beeld filmen van ontspruitende bloemen.

Eigenlijk verbeelden de werken en de manier van werken van het koppel vooral een grenzenloosheid tussen alles en niets: hun omgeving wordt geïntegreerd in films, buiten wordt binnen en vice versa, hun vrienden en familieleden treden op als acteurs en gesproken zware, metafysische verhandelingen worden komisch. Alle media die hen ter beschikking staan worden aangewend – hun performances met de keyboard spelende schildpad Vilhelm heb ik nog niet eens besproken –, objecten reïncarneren in karakters of andersom, en zelfs tussen een object en een karakter wordt geen verschil gemaakt: een boom wordt een acteur, een spin bestaat tegelijkertijd als karakter en als een object in verschillende schaalmodellen.

Verdubbeling kwam ook terug in ‘Beyond the Sea’, hun overzichtstentoonstelling in het Malmö Konstmuseum in het najaar van 2010. Hierin werd een groot deel van hun installaties en sculpturen samengebracht. Het woord ‘sea’ uit de titel verwees niet alleen naar ‘zee’, maar ook naar ‘see’: zie, of zien. Deze tentoonstelling benadrukte de samenhang tussen alle werken en maakte duidelijk dat  ieder werk beschouwd kan worden als een hoofdstuk uit een non-lineair - of liever: een multi-lineair - narratief dat zich afspeelt op verschillende niveaus.

De relevantie van hun werk zit voornamelijk in de noodzaak van het maken ervan. Dit straalt over op de toeschouwer, die, hoewel hij er misschien geen touw aan vast kan knopen, voor de tijd van het verblijf in een installatie onherroepelijk deel uitmaakt van Jeannins en Schuurmans uitdijend universum. En dat is de moeite.

(* cf. Nat Muller, ‘Feeling it in your guts’, Metropolis M, nº6, 2009)

De installatie ‘Hokus Pokus’ is te zien t/m 17 december in de Base-Alpha gallery, Kattenberg 12, 2140 in Borgerhout, open van woensdag tot en met zaterdag van 14.00 uur tot 18.00 uur.

Alexandra Crouwers, 2011