COLUMN hART XVI: MISLUKT

Er staan een heleboel aanzetten voor columns in deze computer in een mapje, dat ‘hlvclmnshrt’ heet. Ze gaan allemaal over de één of andere gedachte in verband met kunst of het kunstenaarsschap. Er is een bijna afgeronde column over het doctoreren in de kunsten bij, een andere gaat over kunst en wetenschap. Er is er één, die over grottekeningen wil gaan maar het opeens over de afstanden tussen hemellichamen heeft. Er zit er één bij over empirische data in verband met kunstenaars, één over sex in de kunst, die kan heel interessant worden overigens, en er is er één, die ‘Lui en dom’ heet.

Allemaal kunstgerelateerde en relevante onderwerpen, maar soms heeft de kunstenaar geen zin om daar mee bezig te zijn en schaft de kunstenaar zich liever een nieuw leren jasje, een plaat van The Sonics en een fles wijn aan, om bij thuiskomst met het leren jasje aan en de fles wijn open hard rond te gaan springen op de versgekochte plaat, zoals deze kunstenaar juist heeft gedaan.

Dit soort momenten komen voornamelijk voor als er iets mislukt en dat is precies wat er aan de hand is. Er is dit keer geen sprake van noemenswaardig liefdesverdriet of het onverwacht overlijden van een dierbare, het is iets anders: er is een tekening mislukt. Dat klinkt u misschien niet zo dramatisch in de oren, maar de zaak verandert danig als ik u meedeel dat deze tekening 3,5 meter breed was en 2,4 meter hoog, al maanden aan de muur van het atelier half-af hing te wezen, het atelier ook als schrijfkamer en living fungeert, waardoor deze kunstenaar niet de deur uit kon zonder de tekening aan de muur te zien hangen en de desbetreffende tekening bij voorbaat al verkocht was. Voor het equivalent van minstens twee maanden levensonderhoud e.d., ofwel zo’n 22 nieuwe leren jasjes, 138 Sonics platen of 417 flessen wijn,

De mislukte tekening is van de muur gehaald en de muur is nu akelig wit, op een nieuw, kleiner vel papier na, waarop deze kunstenaar paniekerig een nieuwe tekening is begonnen in een poging de blamage te verdoezelen. De blamage staat nu opgerold in de hal.

Wat ging er mis? Het gebeurt wel eens, dat een werk niet helemaal wordt wat het zijn moet, of dat er een verkeerde beslissing gemaakt wordt, waardoor het werk meteen de vuilbak in kan, maar hoopvolle ‘damage-control’ kan soms nog wonderen doen. In dit geval was de tekening zo goed als af, er moest alleen nog wat uitgebalanceerd worden, al zat deze kunstenaar stiekem al met het onderste deel van het werk in de zeurende maag. Bij het uitwerken van de details is het begonnen: er moest meer, dat bleek te veel, waarna er minder zou moeten, wat resulteerde in het afsnijden van het onderste deel. Desperate times take desperate measures – maar natuurlijk liepen de verhoudingen daarna volledig scheef. Hoewel er nog wat aan werd gesleuteld, beter werd het niet en dit was gewoon niet goed genoeg.

Deze kunstenaar vraagt zich af wat Luc Tuymans in zo’n geval zou doen? Luc Tuymans schijnt nu niet direct het type te zijn om op zo’n moment in huilen uit te barsten en dat hielp deze kunstenaar een beetje om zichzelf te beheersen, want de tranen begonnen te komen. Toch zijn er verhalen van volwassen kerels, die ook wel eens hadden staan bleiten voor een mislukt werk en daardoor mag deze kunstenaar toch een beetje wenen, van boosheid op zichzelf, maar vooral van een onstuitbare tijdelijke twijfel, die binnen enkele seconden van één enkele tekening wordt doorgetrokken naar het bestaansrecht van de gehele mensheid.

Mocht u het werk ooit onder ogen hebben gekregen, dan zou u misschien zeggen dat het ermee door kon, maar deze kunstenaar verschilt daarin met u van mening en zodoende is dit een werk, dat eventueel na de dood van deze kunstenaar kan opduiken en dan op een veiling een duizelingwekkende hoeveelheid leren jasjes, Sonics platen en flessen wijn mag opbrengen. En ontelbare maagdelijke rollen papier, niet te vergeten.

november 2008
Lees meer >>

COLUMN ART XV: Human Resource Assessment

Omdat tegenwoordig, in navolging van Nederland, ook in België de kunstenaar zich volgens de overheid als een cultureel ondernemer zal moeten gaan gedragen, zal ik wat tips geven, die kunnen helpen om deze transitie voor de kunstenaar gemakkelijker kunnen maken. Ik ken dat Nederlandse systeem enigszins.

Alle openingen, etentjes, koffietjes en feestjes, waarbij één of meerdere collegae aanwezig zijn, heten vanaf nu ‘netwerkbijeenkomsten’ en zijn dus voorbeelden van uw actieve culturele onderneming. Als u in een jolige bui uw website doorgeeft aan een dronken curator of op straat uit uw achterzak een fotootje verliest van uw laatste werk, dan mag u dat ‘aquisitie’ noemen. Als u uw werk in het raam aan de straatkant zet of in een tentoonstelling extra laat opvallen door er tien bouwlampen op te richten, heet dat ‘exposure’. Uw werk is nu uw produktie en u zou desgevraagd precies moeten kunnen vertellen waar deze uit bestond. U mag alles aanvoeren, ook post-its waarop u kriebelde tijdens een telefoongesprek, maar dit zijn geen kriebels, dit zijn ontwerpschetsen. Een voorbeeld van de produktie van een cultureel ondernemer gedurende een bepaalde periode kan zijn: 145 volgetekende post-its, 7 achterkanten van Electrabelfacturen, 76 bierviltjes, 23 rondslingerende A4tjes, 12 testen voor een animatie, 26 beelden, waarvan er nog maar drie bestaan want die zijn opgebouwd uit de klei van de rest, 14 tekeningen van 30x40 cm, 10 tekeningen van 60x80, drie videoinstallaties, die nu alweer zijn afgebroken omdat ze alleen tijdens tentoonstellingen te zien waren, en 319 snapshots van situaties, die u anders zou vergeten en misschien ooit heel belangrijk kunnen zijn.

Als u door de stad drentelt omdat u naar de FNAC moest om daar een kabeltje te halen, maar de post-it waarop u het type kabeltje had geschreven onleesbaar blijkt te zijn geworden door de hoeveelheid ontwerpschetsen die u daaromtrent erop had gekriebeld en u dus onverrichterzake huiswaarts moet keren, maar onderweg naar de uitgang verdwaalt op de boekenafdeling en daar verstrooid door een kunstboek bladert, dan doet u aan ‘research’. Als u naar een tentoonstelling gaat, bent u de concurrentie aan het uitchecken. Gaat u op atelierbezoek bij een bevriende medekunstenaar, dan doet u aan bedrijfsspionage. De oom, die u helpt bij het invullen van de belastingpapieren is per direct gepromoveerd tot uw accountant. Wanneer u zonder caffeïne en/of nicotine niet functioneert, zijn zowel al uw koffies als uw tabak belastingaftrekbaar, vergeet dat niet.

Omdat u in een database vol kunstenaars staat vanwege uw statuut, uw lidmaatschap van een vakbond of een verkregen beurs, verschijnt in uw mailbox regelmatig een aanbod met cursussen die u kunt volgen om een brave cultureel ondernemer te worden, zoals ‘Netwerken’, ‘Exposeren in een galerie’ of ‘Positionering’.

Alles wat hierboven staat moet bijdragen aan het ‘professionaliseren’ van uw kunstpraktijk. De beleidsmakers hebben besloten, dat kunstenaars, bij gebrek aan een betere omschrijving, bij de ondernemers horen. Als autonoom kunstenaar bent u dan ook doorgaans geen werknemer, maar doet u gewoon uw ding. En terecht, want u doet uw ding niet zoals dat twintig jaar geleden werd gedaan, u doet uw ding in uw tijdsgeest want u kunt niet anders en dus was u al een cultureel ondernemer op uw eigen voorwaarden, lang voordat de overheid de term had bedacht en de voorwaarden wilde gaan stellen.

Gelukkig hebben de meeste kunstenaars zo min mogelijk met de overheid te maken en bent u autonoom genoeg om u doorgaans niets van uw nieuwe status te hoeven aantrekken. U zult alleen zo nu en dan een lichte rilling voelen, die tegen uw ruggengraat opkruipt. U zult het gevoel in eerste instantie niet herkennen, maar na een tijdje weet u wat het is: het vage besef dat ergens ver boven uw hoofd met woorden geschoven wordt totdat uw kunstenaar-zijn - en al de lucht die daaromheen zit - in een kartonnen doos, volgestoken met wollige termen en holle bepalingen, past.

oktober 2008
Lees meer >>

COLUMN ART XIV: FaceSpace

Ooit schreven we brieven. Toen werd Bell geboren en even later was er email, sms, msn, Skype, blogs, Myspace, Facebook en watallemaalnog. Omdat kunstenaars in alles neigen te infiltreren, zit zowat iedere kunstenaar op minstens één virtuele vriendschapssite.

Bij mij ging dat zo: mijn broertje drumt in een doom-metal-band en omdat hun verse Myspacebandpagina zoveel mogelijk vrienden moest verzamelen, dwong hij mij tot het lidmaatschap van deze site. Het duurde enige tijd voordat ik de mogelijkheden ervan begon in te zien, voornamelijk omdat er steeds meer fysieke vrienden en vage bekenden op verschenen. Een Myspace bestaat uit een profielpagina, die met een piepkleinbeetje kennis van html gepersonaliseerd kan worden. Voor muzikanten, schrijvers en beeldmakers is het een bruikbaar medium om het eigen werk naar buiten te slingeren. Een Myspaceruimte is snel te updaten en al je ‘vrienden’ zijn onmiddellijk op de hoogte van elkaars activiteiten.

Iedereen kan een Myspace nemen: uw buurman, al dan niet overleden schrijvers, acteurs, muzikanten en regisseurs, stripboekhelden, pornosterren, Han Solo, R2D2 en zelfs dieren (zoals Vilhelm, de musicerende schildpad van de Zweedse kunstenaar Lisa Jeannin: een aanrader als u nog een vriend zoekt!). Je bent wie je vrienden zijn op Myspace of beter gezegd: je bent je profiel. De Myspacer kan een imago bouwen, een gepimpt beeld van zichzelf. De gebruiker laat alleen zien, dat hij wìl laten zien. Dat heeft tot gevolg dat Myspace is veranderd van een netwerkplaats voor gelijkgestemde creatieve professionelen in een ordinaire datingsite met op-het-randje-kantjes.

17-Jarige meisjes poseren in bikini en storten hun meest banale avonturen op het net. Puberjongens zoeken de stoerste foto’s uit die ze kunnen vinden, waarbij ze omringd worden door 17-jarige meisjes in bikini, terwijl ze mysterieus proberen de camera in te kijken. Deze profielen, waarin de makers hun hoogst individuele persoonlijkheid proberen op zijn glansrijkst te etaleren, zijn bedolven onder nietszeggende commentaren in sms-taal, campfilmpjes van Youtube en halfslachtige citaten als "Well-behaved women rarely make history" (10.300 keer gebruikt op Myspace door met name pubermeisjes). Allemaal onder het motto: Kijk mij eens een leuk leven hebben!

Sinds een aantal maanden is dan ook een groot deel van mijn Myspacevrienden stilletjesaan overgestapt naar een andere virtuele vriendschapsplaats: Facebook. Facebook’s profielpagina is voor iedereen hetzelfde en dus zijn de profielen minder manipuleerbaar. Aan de andere kant wordt elke Facebookvriend constant gebombardeerd met onzinspelletjes, flauwekulquizzen en virtuele plantjesaanbiedingen waarmee regenwouden worden gered.

Virtuele netwerken zijn interessant omdat ze een sociale dynamiek blootleggen, die voor de leden zelf heel vanzelfsprekend is, maar voor buitenstaanders doorgaans onzichtbaar blijft. Zo blijken kunstenaars voornamelijk kunstenaarsvrienden te hebben, dezelfde op het visuelere Myspace als op het lolbroekerige Facebook: werk en persoonlijkheid zitten voor kunstenaars aan elkaar vast. Dat is voor kunstenaars vrij logisch, maar voor hele bevolkingsgroepen geldt dit veel minder. Op een algemener vlak kan het voor een potentiële nieuwe virtuele vriend – een buitenstaander zonder gemeenschappelijke vrienden – moeilijk zijn om toegang te krijgen tot een specifiek netwerk, want je wordt beoordeeld op jouw eigen netwerk. Dat is een sociaal-psychologisch mechanisme: je bent één van ‘ons’, of je bent het niet. Wat dat betreft blijven volwassenen toch altijd puberkinderen. Misschien dat daarom kunstenaars zo graag met netwerken spelen.

Wat juist het nut is van virtuele netwerken voor de kunstenaar per sé is niet duidelijk. Op sommige openingen of feestjes bestaat een groot deel van het publiek uit Facebook of Myspacevrienden, die er zonder die sites ook wel zouden zijn. Wel straf is het als tot dan toe alleen nog maar virtuele vrienden zich bij zo’n gelegenheid in levende lijven manifesteren. Dat is het beste aan bitjesvrienden: soms zijn ze helemaal echt.

september 2008
Lees meer >>