LEZEN IS LEZEN: Column, aflevering 1

[Lezen is Lezen was een digitaal concepttijdschrift van de in Istanbul wonende Nederlandse dichter Martijn Benders. De tekst hieronder is uit 2012]

Onder het motto: "de beste videokunst is zelden in de musea te zien" beschrijft kunstenaar en tekstschrijver Alexandra Crouwers videoclips. Dit komt voort uit een lang aanslepende en tegen obsessief aanschurende liefde voor zowel het schrijven als muziek en het beeld dat daar aan gerelateerd wordt.


We vliegen er meteen in: volle gitaren spelen een riff van - ik ken de technische term niet maar het klinkt als - een gemiddelde snelheid, ondersteund door overduidelijke en zeer droog klinkende double bass drums terwijl één van de protagonisten op een rots staat. Een moment later kunnen we deze van dichterbij bewonderen; vooral zijn spookachtige gezichtsbeschildering, omlijst door lang zwart haar, trekt in eerste instantie de aandacht.

'Double bass drums', weet ik van mijn broertje die ervaringsdeskundige is, hoeven niet te bestaan uit twee basdrums (dit is de door de drummer gehanteerde grote trommel, die op zijn kant op de grond staat), maar functioneren meestal door het aanbrengen van een brug naar twee pedalen waar er normaal gezien slechts één aanwezig is. Door dit apparaat kan een enkele voetbeweging in plaats van de gebruikelijke 'boem' ineens een nabootsing van het geluid van donder voortbrengen.

Nu toch een familielid op de proppen komt in deze eerste aflevering moet ik hierbij er aan toevoegen dat deze videoclip mij enige jaren geleden via mijn zusje, onderzoeker aan een instituut in Bergen, Noorwegen, is toegespeeld. Doch dit terzijde.

De gitaren klinken dan wel vol, maar blijven een merkwaardige ijlheid behouden; er lijken relatief weinig bastonen in te zitten. De artistiek beschilderde protagonist wordt al snel vergezeld van een kloon. Zwarte leren kaplaarzen, een zwarte legging of zeer strak broekje en mouwloze vestjes zijn hun deel. Het is moeilijk te zeggen of ze het koud zouden hebben gehad; het landschap op de achtergrond is overduidelijk Scandinavisch, maar ook daar kan het best aangenaam van temperatuur zijn, weet ik uit ervaring. Er ligt in dit gedeelte ieder geval geen sneeuw. Misschien was het lente. De kleuren zijn blauwig, koud. Dat lijkt voor een deel te wijten aan de post-productie van deze video. Onze protagonist en zijn metgezel kijken boos naar de camera, naar ons, naar de hals van hun gitaren en naar de prachtige fjorden en meertjes.

Sferisch vliegt in slow motion een kraaiachtige door het beeld. Vermoedelijk is dit per ongeluk opgenomen, waarmee ik bedoel dat er geen kraai werd getraind om op een zeker moment door een bepaald camerabereik te vliegen. Uren heeft de crew in de struiken liggen filmen om dit shot te krijgen. Gelukkig hadden hun moeders hen warme soep in thermosflessen meegegeven. Nadat de kraai is verdwenen, worden bij wijze van overgang slow motion shots van de protagonist en zijn kloon getoond en eindigen we met een close-up van het oog van een kraai, waarin een versneld landschap weerspiegeld wordt.


Het landschap speelt duidelijk een grote rol in deze clip, die voornamelijk bestaat uit shots van gitaar spelende leden van de band bovenop rotsen, afgewisseld met close-ups van de boos kijkende en geschminkte muzikanten. Hier en daar heeft de editor een nostalgisch filmeffect en wat bliksemschichten aan het beeld toegevoegd.

Na een minuut begint de protagonist aan zijn teksten. Voor deze bespreking zijn ze niet zo van belang, hoewel ik me regelmatig af heb gevraagd wat in vredesnaam "Mighty Ravendark" zou moeten betekenen. Machtig Ravenduister. Het klinkt in ieder geval overtuigend in combinatie met de muziek. Binnen het discours van de hedendaagse poëzie kan ik me voorstellen dat er wat wenkbrauwen zouden worden opgeheven, want gotische pathetiek is binnen alle kunsten niet zo heel erg hip op het moment. We blijven hardnekkig kijken en krijgen een herhaling van de voorgaande visuele thematiek voor de kiezen.

Dit geeft mij enige ruimte om te reflecteren over de esthetiek van de gegeven video. Allereerst is er het landschap, dat ruig, kaal, desolaat en bijna onbewoond lijkt. Hierin worden de hoofdpersonen geplaatst. Dit roept onmiddellijk associaties op met Caspar David Friedrich's werk; de mens is nietig en onbetekenend. In de zeer onnatuurlijke omgeving waarin wij ons in dit deel van Europa bevinden is die sensatie zeldzaam, maar voor veel Scandinaviërs is die confrontatie dagelijkse kost. Een andere in bepaalde kringen zeer bekende genremuzikant uit die contreien (Gaahl genaamd) vertelde in een interview dat hij in zijn jeugd slechts één medeleerling op school had, waarmee hij niet eens echt bevriend kon zijn omdat ze te ver uit elkaar woonden om elkaar te bezoeken buiten schooltijd. Hoewel ik alles weet van ingewikkelde sociale verhoudingen tussen schoolkinderen lijkt me zo'n omstandigheid nog een graadje zwaarder om op latere leeftijd van te kunnen normaliseren. Maar ook aan die jeugdige eenzaamheid zit een zekere esthetiek: de mogelijkheid om een vrijheid van fantasie en denken te kunnen ontwikkelen, wars van de rest van de wereld.

Daar komt nog een persoonlijke opvatting bij: er zit een zeker aantrekkelijkheid in langharige, zwart/wit beschilderde mannen die moeilijk kijken. Ik vermoed dat dit in mijn geval iets genetisch iets, waar ik niets aan kan doen. Op vijfjarige leeftijd was ik al een fan van Kiss. Insha'Allah, zullen we maar zeggen.

Inmiddels is de video na wat pathetisch haargewapper, montage-technische bliksemschichten en flitsende beeldwissels met een kraaiachtige aanbeland bij haar hoogtepunt.

De muziek vertraagt, de dubbele basdrum is verdwenen en een sfeervol gitaarsolootje begeleidt het slow motion beeld van de protagonist die met de armen over elkaar en het sluierend haar over zijn gezicht op een rotsje staat te wachten op het volgende shot. Iets later wandelt hij (of zijn kloon) door een dun laagje sneeuw, wat de indruk van een - misschien vroege - lenteachtige namiddag versterkt. Hij lijkt zich om te draaien en zijn leren jas zwaait over een klif alsof het de vleugels van een raaf betrof, jazeker.

De vertrokken mond van de protagonist stoot iets uit, dat wat weg heeft van het geluid wat men bij een tandartsbezoek soms op kan vangen - a sound of disgust, horror and anguish - en in de zin die daarop volgt kan men eindelijk de titel van dit lied onderscheiden. Shots van de protagonist en zijn kloon, die nog steeds met zijn armen over elkaar op actie staat te wachten, wisselen elkaar af. Er wordt nog bozer gekeken en men zet de gitaar-riff weer in.

Eindelijk! Daar zien wij van links uit de verte de kloon zich met wapperende manen en elegante tred over de rotsen in de richting van zijn kameraad haasten! Het is wat uitkijken op die stenen, maar kind van moeder aarde als hij is brengt hij deze dartele renpartij tot een goed einde. Gebroederlijk spelen beide hoofdrolspelers de laatste maten van dit lied, terwijl hun haar weelderig zwabbert en de nepbliksems hen om de oren slaan. In het laatste shot zien wij de protagonist een buiging maken richting ons, maar ook richting zijn landschap. Een waardig einde!

Nawoord

De term "Blashyrkh" is een uitvinding van twee van de bandleden van Immortal zelf en refereert naar het isolement van het opgroeien in en rond het Noorse Bergen. Nu woont mijn eerder genoemde zusje tijdelijk in Bergen en van haar begrijp ik vooral dat het er verschrikkelijk regenachtig is en dat door de bergen sommige delen van de stad zelden of nooit zonlicht krijgen. Demonaz en Abbath, de respectievelijke bandleden, zien "Blashyrkh" als een oord dat gevuld is met demonen en strijd. Het lied "Blashyrkh (Mighty Ravendark)" en de hierbij besproken videoclip stammen uit 1995 en komen van de plaat "Battles of the North". Immortal bestaat overigens als band, na een reeks bijna niet bij te houden bezettingswisselingen, nog steeds.

U mag bij bovenstaande beschrijving verzuchten dat het allemaal wel erg clichématig klinkt, maar u moet daarbij bedenken dat deze mensen - en een aantal van hun landgenoten - dit cliché eigenhandig de wereld in hebben geholpen. Respect daarvoor.




Boven: Cameron Jamie, ‘Study for the film BB’, 2000

Onder: Kaspar David Friedrich, ‘Two Men Contemplating the Moon’, ca. 1825/1830, 34,9 cm x 43,8 cm