‘2 White Boyz’ in galerij Hectoliter in Brussel
POP ART: THE NEXT LEVEL
Nog tot 13 oktober is de
duo-tentoonstelling ‘2 White Boyz’ van Yannick Val Gesto (1987) en Bart van
Dijck (1974) te zien in de bescheiden expositieruimte Hectoliter in Brussel.
Een aantal van de werken ontstond in samenwerkingsverband tussen Val Gesto en
Van Dijck. Het resultaat is een presentatie, die op het eerste gezicht de
indruk wekt door een stel zestienjarigen in elkaar te zijn gestoken.
Alexandra CROUWERS
Hier en daar zijn de hoeken van de ruimte opgevuld met plastic varens. Voor
het raam hangt vitrage, en in de deuropening een vliegengordijn van plastic
repen. Midden in de ruimte staat een polyester beeld [NB: het blijkt van
PUR-schuim te zijn] van Van Dijck: een levensgrote, zwarte, glimmende dolfijn
op een witte, koraalachtige sokkel. Het werk doet denken aan een uitvergroting
van de beeldjes, die massaal in allerlei variaties gevonden kunnen worden in
goedkope made-in-China
kitsch-winkels. [NB: het werk ontstond uit een visioen, verkregen na een soort
bijna-dood hallucinatie, die Van Dijck had bij het gebruik van een ritueel
Peruvaans/Indiaans medicinaal middel].
Daarachter hangen enkele digitaal bewerkte prints van Val Gesto, die door
glitterstickers over de werken en de muur met elkaar worden verbonden. Achterin
de ruimte bevindt zich een video, waarop beide kunstenaars met zonnebrillen op,
voor een leeg green-screen gehurkt
naar de lens staren. Dat lege green-screen,
een videotechniek die vooral gebruikt wordt om digitaal achtergronden in te
plaatsen, is veelzeggend. Val Gesto en Van Dijck zijn, ondanks hun
ontegenzeggelijke uiterlijke ‘witheid’, van binnen multi-kleurige wereldburgers
van metaformaat.
"Hello Dolphin", PUR, 2011. Op het zwaard, dat de dolfijn in zijn bek houdt, is de frase 'Souvenir de Tanger' in het Arabisch uitgefreesd. |
Van Dijck werkt al jaren gestaag aan een eclectisch oeuvre, dat bestaat uit
video’s met veelal een documentair karakter, sculpturen en tekeningen, waarbij
een haast antropologische interesse voor zowel de Belgische, als onder meer de
Siberische, Afrikaanse en Arabische subculturen en volkstradities, centraal
staan. Voor het project ’10 Dirhams –
Souvenir de Tanger’, reisde Van Dijck naar Tanger, om daar op straat mensen te
vragen in ruil voor 10 Dirhams een tekening te maken. Deze tekeningen werden
verzameld in een publicatie, waarna Van Dijck met deze boeken terugreisde in
een poging de tekenaars te vinden om hen het boek te geven. Een aantal van deze
tekeningen vormden de ontwerpen voor een reeks sculpturen. Van Dijck lijkt als
kunstenaar een goed bewaard geheim. Misschien komt dat doordat het werk
steevast van een bedenkelijke esthetiek is voorzien; ‘mooi’ is het zelden. De
verschijningsvorm is eerder kinderlijk naïef, zoals bij zijn serie met teksten
en tekens gebrandmerkte, houten zwaarden, maar inhoudelijk getuigt Van Dijck’s
werk van een intelligente, en zeer eigen manier om, aan de hand van folklore en
geschiedenis te onderzoeken wat een identiteit van een volk zou kunnen zijn. De
scheidingslijn tussen de zogenoemde Westerse ‘beschaving’ en de rest van de wereld
valt weg.
Val Gesto’s werk bedient zich van een soortgelijk mengsel van non-esthetiek.
Val Gesto reist echter niet fysiek naar exotische oorden, maar haalt zijn
beeldtaal uit de krochten van het internet, waar amateur-beeldbewerkers,
obscure rappers, verbijsterende youtube-filmpjes en hackers zich ophouden. Val
Gesto maakte een experimentele documentaire, ‘W-DOT-COM’, die handelt over een
online game-platform, dat in 1994 werd opgezet en nog steeds bestaat. Deze
virtuele wereld, verwant aan het bekendere ‘Second Life’, is inmiddels een
bijna verlaten, surrealistische mix van verouderde graphics en door gebruikers toegevoegde elementen.
HYPERCULTUUR
Waar bijvoorbeeld Jonathan Meese in zijn anti-esthetiek tegenwoordig vooral
naar de Westerse kunstwereld zelf refereert, laten Val Gesto en Van Dijck die
kunstwereld juist links liggen. Hun beelden hebben het over de wereld op
straat; in Val Gesto’s geval vooral de virtuele straat van het internet, en in
Van Dijck’s werk zijn dat de straten van verre oorden, maar ook de hoofdstraat
van een dorp in de Kempen.
Het beeld van de twee kunstenaars voor het lege green-screen is dan ook het beeld van twee ‘witte’ mannen, die los
zijn gekomen van hun achtergrond, en die naar believen in Siberië, een virtueel
landschap uit een computergame, of voor een gepimpte bmw geplaatst kunnen
worden. Daarmee is de piepkleine tentoonstelling ‘2 White Boyz’ als een
interessant mini-statement over de, al dan niet standvastige, identiteit van de
mens in een hyperculturele, geglobaliseerde wereld te beschouwen, waarbij de
geïmplodeerde hedendaagse kunstwereld ineens nogal gedateerd lijkt.
Tentoonstelling ‘2 White Boyz’, 8 september t/m 13
oktober, Zaterdagplein 17, 1000, Brussel, open op maandag, donderdag
en vrijdag van 12.00 – 17.00 uur, zaterdag van 14.00 – 19.00 uur.
www.bartvandijck.be
valgesto.com