CLOSE ENCOUNTERS
Er is al veel gepubliceerd, ook in <h>ART, rond de
overzichts-tentoonstelling ‘It’s a poor sort of memory that only works
backwards’ van Johan Grimonprez, die op dit moment in het S.M.A.K. loopt.
Grimonprez nodigde een aantal andere videokunstenaars en televisiemakers uit,
waaronder het Nederlandse duo Jan Dietvorst en Roy Villevoye. Maar wat dóen de
werken van die laatsten nu eigenlijk in die tentoonstelling?
Alexandra CROUWERS
In de jaren tachtig verbleef
Grimonprez negen maanden als cultureel antropoloog in de binnenlanden van
Papoea Nieuw Guinea. Zijn film ‘Kobarweng’ (1992) bestaat uit historische beeld-
en audiofragmenten van de eerste kennismaking tussen de Europese kolonisten en
de lokale bevolking, die nog in een volkomen geïsoleerde steentijd-cultuur
leefde. Sinds 1992 reist Roy Villevoye regelmatig naar Asmat dorpen, gelegen in
de Indonesische provincie Papua. Vanaf 2001 begint hij hier samen met
kunstenaar en publicist Jan Dietvorst films te maken. Deze lijken een documentair
karakter te hebben, maar gaan voorbij aan journalistieke conventies en missen
sturende achtergrondinformatie zoals voice-overs. Dit gebrek aan uitleg zorgt
ervoor dat de kijker zelf conclusies moet trekken uit datgene wat hij op het
beeld ziet: een referentie aan de ervaringen van ontdekkingsreizigers die voor
het eerst in aanraking komen met een voor hen raadselachtige cultuur.
THE VIDEO MESSAGE
Papoea’s schijnen een zeer praktisch
volk te zijn. Dit is niet onvoorstelbaar gezien de omstandigheden waarin zij
zich bevinden: zij leven in bijna ondoordringbare oerwouden, er dreigt soms
schaarste aan voedsel en ook in de moeizame politieke omgang met transmigranten
uit andere, overbevolkte delen van Indonesië moeten zij vindingrijk zijn. Ook
Villevoye en Dietvorst hebben een pragmatische houding: hoe communiceer je als
Westerling - èn kunstenaar - met deze groep, zodat er een artistiek resultaat
(een film, een foto, een sculptuur) kan worden verkregen? Veel kritiek aan hun
adres bestaat uit beschuldigingen van bevoogdend neokolonialisme. Zo hebben zij
geen bezwaar tegen betalingen in geld of goederen aan hen die in hun werk
figureren. Critici beschouwen dit als een equivalent van spiegeltjes en kralen,
maar het komt voort uit de poging om voorbij de evidente economische
ongelijkheid een gelijkwaardige relatie te onderhouden met hun onderwerpen.
In de film ‘The Video Message’, via
de camera gericht aan Villevoye, zien we een man uitleggen hoe hij in een droom
door een geest van een voorouder werd gewaarschuwd dat het gebruik van zijn
beeltenis voor een sculptuur van Villevoye taboe is en tot zijn dood zou
leiden. Hij vraagt een aanvullend geldbedrag, bovenop het eerder overeengekomen
en betaalde bedrag om het ongenoegen van zijn voorouders af te kopen. De stereotype
Westerse reactie op deze boodschap komt neer op: “Ja hoor, de man verzint een
verhaal om er geld uit te slaan.”
De vragende man is zich echter bewust
van het breekbare aspect van zijn dringende verzoek. Ook hij worstelt met de
‘economie’ in de relaties die hij met Westerlingen onderhoudt en zoekt in zijn heldere
formuleringen oplossingen voor een wat hem betreft zeer reëel probleem: hij
moet een vriend die duizenden kilometers verderop woont vragen om een offer te
brengen, dat er voor kan zorgen dat hij blijft leven. Ooit is hij, op
uitnodiging van de kunstenaars, in Nederland geweest (over deze reis handelt de
film ‘Owner of the voyage’ uit 2007) en weet dat Europa vol met bruikbaar
materiaal (cargo) en geld zit, maar
hecht tegelijkertijd waarde aan het behoud van wederzijds respectvolle
relaties, zowel met Villevoye als met bosgeesten. Voor deze alom rondzwervende
voorouders is cash veel minder relevant.
Dit web van sociale relaties, die
vaak economisch maar ook cultuurhistorisch en met magisch denken geladen zijn,
is tekenend voor de onderwerpen van de films van Villevoye en Dietvorst.
ONTREGELING
Waar Grimonprez in al zijn werken
een welhaast subliminale boodschap aanbrengt, die tegen het bovennatuurlijke in
het algemeen en menig science-fiction-achtige complottheorie in het bijzonder
aan schuurt, zijn de werken van Villevoye en Dietvorst juist bijzonder aards.
Binnen Grimonprez’ universum kan ‘Kobarweng’ evengoed beschouwd worden als een
verbloemde reconstructie van een vermeende historische close encounter tussen buitenaardse wezens en aardbewoners. Die
betekenisverdubbeling van beeld – en montage – is nagenoeg afwezig bij
Villevoye en Dietvorst. Zij zoeken de Asmat, maar ook situaties in India en de
bossen van Noord Frankrijk op, opdat alles wat zij kennen moet worden
geherdefinieerd. Het reizen naar, verblijven in en omgaan met exotische
culturen is voor het duo een manier om zichzelf – en bij de presentatie van de
werken ook de toeschouwer – allerlei vooronderstellingen over wat ‘de normale
gang van zaken’ zou zijn te doen herzien. Bovenal draaien de werken van
Villevoye en Dietvorst om relaties tussen mensen.
Tussen de frames van Grimonprez’
films, waarin hij als een superieure context-zapper verbanden legt, zijn
flarden van obscure hedendaagse mythevorming te vinden, die weinig meer met de
menselijke realiteit te maken lijkt te hebben.
Het lijkt alsof Grimonprez in ‘It’s
a poor sort of memory that only works backwards’ zijn eigen in elkaar geknoopte
wereldbeeld wil ontkrachten met behulp van verschillende externe middelen. Dit
bewerkstelligt hij in de tentoonstellingsruimtes van het S.M.A.K. door de
toepassing van een soort pretpark-esthetiek – de kleuterschool-achtige, her en
der opgestelde krukjes in informatiehoeken, gloeilampen als verlichting - te
combineren met de opwinding van een cinema-ervaring.
De
keuze voor de werken van Villevoye en Dietvorst dragen bij aan die
ontregeling door een ongebruikelijk gebrek aan ‘bedoeling’: what you see is what you get. Hierdoor
laden zij de tentoonstelling op met een wetenschappelijke
cultuur-relativistische geloofwaardigheid, wars van politieke agenda’s of conspiracy theories.
Overigens werd het extra bedrag aan
de man uit ‘The Video Message’ betaald. Helaas is deze inmiddels overleden. Of
dat iets met de verbolgen geesten van zijn voorouders te maken heeft laat ik
graag aan Grimonprez over.