Ooit schreven we brieven. Toen werd Bell geboren en even later was er email, sms, msn, Skype, blogs, Myspace, Facebook en watallemaalnog. Omdat kunstenaars in alles neigen te infiltreren, zit zowat iedere kunstenaar op minstens één virtuele vriendschapssite.
Bij mij ging dat zo: mijn broertje drumt in een doom-metal-band en omdat hun verse Myspacebandpagina zoveel mogelijk vrienden moest verzamelen, dwong hij mij tot het lidmaatschap van deze site. Het duurde enige tijd voordat ik de mogelijkheden ervan begon in te zien, voornamelijk omdat er steeds meer fysieke vrienden en vage bekenden op verschenen. Een Myspace bestaat uit een profielpagina, die met een piepkleinbeetje kennis van html gepersonaliseerd kan worden. Voor muzikanten, schrijvers en beeldmakers is het een bruikbaar medium om het eigen werk naar buiten te slingeren. Een Myspaceruimte is snel te updaten en al je ‘vrienden’ zijn onmiddellijk op de hoogte van elkaars activiteiten.
Iedereen kan een Myspace nemen: uw buurman, al dan niet overleden schrijvers, acteurs, muzikanten en regisseurs, stripboekhelden, pornosterren, Han Solo, R2D2 en zelfs dieren (zoals Vilhelm, de musicerende schildpad van de Zweedse kunstenaar Lisa Jeannin: een aanrader als u nog een vriend zoekt!). Je bent wie je vrienden zijn op Myspace of beter gezegd: je bent je profiel. De Myspacer kan een imago bouwen, een gepimpt beeld van zichzelf. De gebruiker laat alleen zien, dat hij wìl laten zien. Dat heeft tot gevolg dat Myspace is veranderd van een netwerkplaats voor gelijkgestemde creatieve professionelen in een ordinaire datingsite met op-het-randje-kantjes.
17-Jarige meisjes poseren in bikini en storten hun meest banale avonturen op het net. Puberjongens zoeken de stoerste foto’s uit die ze kunnen vinden, waarbij ze omringd worden door 17-jarige meisjes in bikini, terwijl ze mysterieus proberen de camera in te kijken. Deze profielen, waarin de makers hun hoogst individuele persoonlijkheid proberen op zijn glansrijkst te etaleren, zijn bedolven onder nietszeggende commentaren in sms-taal, campfilmpjes van Youtube en halfslachtige citaten als "Well-behaved women rarely make history" (10.300 keer gebruikt op Myspace door met name pubermeisjes). Allemaal onder het motto: Kijk mij eens een leuk leven hebben!
Sinds een aantal maanden is dan ook een groot deel van mijn Myspacevrienden stilletjesaan overgestapt naar een andere virtuele vriendschapsplaats: Facebook. Facebook’s profielpagina is voor iedereen hetzelfde en dus zijn de profielen minder manipuleerbaar. Aan de andere kant wordt elke Facebookvriend constant gebombardeerd met onzinspelletjes, flauwekulquizzen en virtuele plantjesaanbiedingen waarmee regenwouden worden gered.
Virtuele netwerken zijn interessant omdat ze een sociale dynamiek blootleggen, die voor de leden zelf heel vanzelfsprekend is, maar voor buitenstaanders doorgaans onzichtbaar blijft. Zo blijken kunstenaars voornamelijk kunstenaarsvrienden te hebben, dezelfde op het visuelere Myspace als op het lolbroekerige Facebook: werk en persoonlijkheid zitten voor kunstenaars aan elkaar vast. Dat is voor kunstenaars vrij logisch, maar voor hele bevolkingsgroepen geldt dit veel minder. Op een algemener vlak kan het voor een potentiële nieuwe virtuele vriend – een buitenstaander zonder gemeenschappelijke vrienden – moeilijk zijn om toegang te krijgen tot een specifiek netwerk, want je wordt beoordeeld op jouw eigen netwerk. Dat is een sociaal-psychologisch mechanisme: je bent één van ‘ons’, of je bent het niet. Wat dat betreft blijven volwassenen toch altijd puberkinderen. Misschien dat daarom kunstenaars zo graag met netwerken spelen.
Wat juist het nut is van virtuele netwerken voor de kunstenaar per sé is niet duidelijk. Op sommige openingen of feestjes bestaat een groot deel van het publiek uit Facebook of Myspacevrienden, die er zonder die sites ook wel zouden zijn. Wel straf is het als tot dan toe alleen nog maar virtuele vrienden zich bij zo’n gelegenheid in levende lijven manifesteren. Dat is het beste aan bitjesvrienden: soms zijn ze helemaal echt.
september 2008