Eigenlijk is dat hele ‘Graphic Design Festival’ een stom idee. Als je erover gaat nadenken, zoals wij hebben gedaan voor het project ‘Grafisch ontwerp dient’, dan blijkt de hele wereld een display te zijn van grafisch ontwerp. Je ontkomt er niet aan, je loopt constant in een tentoonstelling van grafische ontwerpen in de breedste vormen. Een festival om dit te vieren lijkt me er volledig over: laten we vieren dat het grafisch ontwerp alom aanwezig is. Grafisch ontwerp is een zeer succesvolle voortvloeiing uit het creatieve denkproces van de mens. Grafisch ontwerp is alom vertegenwoordigd en onontkoombaar. Daar kan het grafisch ontwerp an sich weinig aan doen, maar de opkomst van het kapitalistisch economisch systeem des te meer, want een groot deel van het grafisch ontwerp dient ervoor producten aan de man te brengen. Of ruchtbaarheid te geven aan manifestaties. Of boeken leesbaar te maken. Of de weg te wijzen naar het toilet. Grafisch ontwerp dient. En dat is dat.
Daarom hadden in eerste instantie al de virtuele puntjes achter de leus ‘Grafisch Ontwerp Dient (…)’ moeten verdwijnen. Ik wil helemaal geen statement maken over grafisch ontwerp. Erover nadenken doet me voelen alsof ik, als autonoom kunstenaar, het grafisch ontwerp zou moeten dienen binnen de context van het project. Dat greep me naar de keel. Het mooie van autonome kunst – autonoom ‘ontwerp’ eventueel – is dat het niet dient. Het dient niemand en nergens voor en niemand vraagt ernaar. Natuurlijk kun je daar ook weer eindeloos over in kringetjes ronddraaien, maar dat is mijn eigen uitgangspunt. In het uiterste geval dient het mijn eigen gedachten, maar die vallen ook weer onder het kunstenaarsschap, dus dient kunst in de eerste en belangrijkste plaats, alleen maar kunst.
Als bijna het enige overgebleven systeem in een wereld, waarin alles ergens voor moet dienen – met name ‘geld maken’, is dat heel belangrijk. Dan noemt men de kunstenaar maar een stel zelfbevredigende nietsnutten; volgens mij is men gewoon jaloers. En terecht, want tegenover regelmatig terugkerende paniekaanvallen over geld staat een bestaan dat zich zo dicht tegen absolute vrijheid aanschuurt als denkbaar is.
Zelf beleef ik vreselijk veel plezier aan het ontwerpen van flyertjes voor feestjes of het gedachteloos tekenen van imaginaire platenhoezen, of het volledig herontwerpen van mijn website want soms is het bijzonder fijn om wel even iets te dienen. Voor mij is het een hobby, grafisch ontwerp. In het geval van ‘Grafisch Ontwerp Dient’ heb ik, als autonoom kunstenaar, twee onderdelen gediend: de deadline, die ervoor zorgde dat ik na een periode van vertwijfeling de twee weken voor de presentatie van het project in Lokaal 01 in ‘laserfocus’ een animatie kon produceren. Ik houd erg van deadlines, omdat die mijn grenzeloze vrijheid beknotten, zonder zich met enige inhoud te bemoeien. En een lied, ‘Leaving Montreux’, van Mauro & The Grooms, wat een zelfgekozen beknotting is van vorm en inhoud. Ik heb mijzelf een opdracht gegeven, ik liet mij een liedje dienen. In die zin zou het bijna een ‘grafisch ontwerp’ genoemd kunnen worden, behalve dan dat het ‘grafische’ er van af viel. Tegen het einde van de animatie had ik de tekst ‘Leaving Montreux’ door het beeld laten vliegen, als een soort eerste concessie, maar op dit moment ben ik een nieuwe versie aan het maken, waarbij de tekst volledig is verdwenen, want ze is eigenlijk overbodig. Beeldende kunst heeft in principe geen tekst nodig (…).
Ooit won ik de ‘scriptieprijs’ voor de beste scriptie van de Academie voor Kunst & Vormgeving van ‘s-Hertogenbosch. Deze werd in een oplage van 500 exemplaren uitgebracht. De oorspronkelijke versie bestond uit zo’n 28 A4tjes met tekst, soms leesbaar, soms niet, soms een afgerond onderdeel, soms slechts een zin, die niet in een vaste volgorde gelezen hoefde te worden. Omdat dit druktechnisch niet goed mogelijk bleek binnen het beschikbare budget – elke A4 had ook zijn eigen papiersoort – moest ik toen met een grafisch vormgever een soort compromis beslissen, waarbij de scriptie helaas tot een vaste volgorde werd gereduceerd, maar waarbij een dossierachtige vormgeving werd gebruikt, die paste bij de inhoud. Ik was er redelijk tevreden over. Toch heb ik nog steeds het idee dat de scriptie uiteindelijk té vormgegeven werd, de lettertypes waren net niet degene, die ik eigenlijk wilde hebben, de tekst stond té strak op het papier. Misschien dat ik daar een licht trauma aan heb overgehouden, een vooroordeel tegenover grafisch ontwerp in het algemeen, maar daar kan Het Grafisch Ontwerp zelf natuurlijk helemaal niets aan doen.
Voor het volgende ‘Graphic Design Festival’ suggereer ik dan ook dat Lokaal 01 niet meedoet. Of wel, en dan zou heel Breda volgehangen moeten worden met reproducties van kunstwerken, stickers, banners, posters – zonder tekst, alleen ‘sec’ de werken, zodat er in het straatbeeld voor één keer minstens evenveel autonome kunst te zien is als grafische ontwerpen. Een straat in Breda, die een openbare tentoonstelling van kunst wordt in plaats van de gebruikelijke algehele expositie van grafische ontwerpen.
Of dat Lokaal 01 met een festiviteit gaat vieren, dat de autonome kunst niets en niemand dient. Art serves no-one!
Juni 2008
Lees meer >>
Daarom hadden in eerste instantie al de virtuele puntjes achter de leus ‘Grafisch Ontwerp Dient (…)’ moeten verdwijnen. Ik wil helemaal geen statement maken over grafisch ontwerp. Erover nadenken doet me voelen alsof ik, als autonoom kunstenaar, het grafisch ontwerp zou moeten dienen binnen de context van het project. Dat greep me naar de keel. Het mooie van autonome kunst – autonoom ‘ontwerp’ eventueel – is dat het niet dient. Het dient niemand en nergens voor en niemand vraagt ernaar. Natuurlijk kun je daar ook weer eindeloos over in kringetjes ronddraaien, maar dat is mijn eigen uitgangspunt. In het uiterste geval dient het mijn eigen gedachten, maar die vallen ook weer onder het kunstenaarsschap, dus dient kunst in de eerste en belangrijkste plaats, alleen maar kunst.
Als bijna het enige overgebleven systeem in een wereld, waarin alles ergens voor moet dienen – met name ‘geld maken’, is dat heel belangrijk. Dan noemt men de kunstenaar maar een stel zelfbevredigende nietsnutten; volgens mij is men gewoon jaloers. En terecht, want tegenover regelmatig terugkerende paniekaanvallen over geld staat een bestaan dat zich zo dicht tegen absolute vrijheid aanschuurt als denkbaar is.
Zelf beleef ik vreselijk veel plezier aan het ontwerpen van flyertjes voor feestjes of het gedachteloos tekenen van imaginaire platenhoezen, of het volledig herontwerpen van mijn website want soms is het bijzonder fijn om wel even iets te dienen. Voor mij is het een hobby, grafisch ontwerp. In het geval van ‘Grafisch Ontwerp Dient’ heb ik, als autonoom kunstenaar, twee onderdelen gediend: de deadline, die ervoor zorgde dat ik na een periode van vertwijfeling de twee weken voor de presentatie van het project in Lokaal 01 in ‘laserfocus’ een animatie kon produceren. Ik houd erg van deadlines, omdat die mijn grenzeloze vrijheid beknotten, zonder zich met enige inhoud te bemoeien. En een lied, ‘Leaving Montreux’, van Mauro & The Grooms, wat een zelfgekozen beknotting is van vorm en inhoud. Ik heb mijzelf een opdracht gegeven, ik liet mij een liedje dienen. In die zin zou het bijna een ‘grafisch ontwerp’ genoemd kunnen worden, behalve dan dat het ‘grafische’ er van af viel. Tegen het einde van de animatie had ik de tekst ‘Leaving Montreux’ door het beeld laten vliegen, als een soort eerste concessie, maar op dit moment ben ik een nieuwe versie aan het maken, waarbij de tekst volledig is verdwenen, want ze is eigenlijk overbodig. Beeldende kunst heeft in principe geen tekst nodig (…).
Ooit won ik de ‘scriptieprijs’ voor de beste scriptie van de Academie voor Kunst & Vormgeving van ‘s-Hertogenbosch. Deze werd in een oplage van 500 exemplaren uitgebracht. De oorspronkelijke versie bestond uit zo’n 28 A4tjes met tekst, soms leesbaar, soms niet, soms een afgerond onderdeel, soms slechts een zin, die niet in een vaste volgorde gelezen hoefde te worden. Omdat dit druktechnisch niet goed mogelijk bleek binnen het beschikbare budget – elke A4 had ook zijn eigen papiersoort – moest ik toen met een grafisch vormgever een soort compromis beslissen, waarbij de scriptie helaas tot een vaste volgorde werd gereduceerd, maar waarbij een dossierachtige vormgeving werd gebruikt, die paste bij de inhoud. Ik was er redelijk tevreden over. Toch heb ik nog steeds het idee dat de scriptie uiteindelijk té vormgegeven werd, de lettertypes waren net niet degene, die ik eigenlijk wilde hebben, de tekst stond té strak op het papier. Misschien dat ik daar een licht trauma aan heb overgehouden, een vooroordeel tegenover grafisch ontwerp in het algemeen, maar daar kan Het Grafisch Ontwerp zelf natuurlijk helemaal niets aan doen.
Voor het volgende ‘Graphic Design Festival’ suggereer ik dan ook dat Lokaal 01 niet meedoet. Of wel, en dan zou heel Breda volgehangen moeten worden met reproducties van kunstwerken, stickers, banners, posters – zonder tekst, alleen ‘sec’ de werken, zodat er in het straatbeeld voor één keer minstens evenveel autonome kunst te zien is als grafische ontwerpen. Een straat in Breda, die een openbare tentoonstelling van kunst wordt in plaats van de gebruikelijke algehele expositie van grafische ontwerpen.
Of dat Lokaal 01 met een festiviteit gaat vieren, dat de autonome kunst niets en niemand dient. Art serves no-one!
Juni 2008